Doofheidsscreening bij de hond
Het officiële doofheidsonderzoek is pijnloos en uit te voeren vanaf 6 weken leeftijd. In het normale oor worden de mechanische (geluids-)golven via de uitwendige gehoorgang naar het middenoor geleid en in de haarcellen omgezet in zenuwprikkels, waarna het signaal via zenuwvezels naar de hersenen wordt doorgegeven. Bij erfelijke congenitale cochleaire doofheid is de bloedvoorziening in het middenoor verstoord, hetgeen tot afsterven van de haarcellen leidt. Het afsterven van de haarcellen begint na de geboorte, duurt meestal 3-4 weken en is voltooid als de pup 5-6 weken oud is.
Risicogroep
Bij bepaalde dieren is er een verhoogde kans op aangeboren doofheid. Dit zijn honden met een hoofdzakelijk witte vacht (bv. Dalmatische hond, Argentijnse Dog, Bull Terriër, Engelse Setter). Het komt ook meer voor bij honden met een merle gen (waaronder de Collie, Louisiana Catahoula Dog, Shetland Sheepdog Australian Shepherd Dog en Australian Cattledog).
Bij een aantal rassen is het verplicht om de dieren te onderzoeken op doofheid voordat er mee gefokt mag worden. Dit geldt voor onder andere voor de Dalmatische hond, Bull Terriër en de Australian Shepherd Dog en de Australische Cattledog.
Onze werkwijze
Aangezien doofheid verschillende oorzaken kan hebben, bestaat het onderzoek uit twee delen.
Allereerst worden de gehoorgang en het trommelvlies grondig geïnspecteerd met een otoscoop om uit te sluiten dat de eventuele doofheid veroorzaakt wordt door een zeer vuile en/of ontstoken gehoorgang of een kapot trommelvlies.
Daarna wordt met speciale apparatuur het gehoorzenuwstelsel getest, het zogenaamde Brainstem Auditory Evoked Response onderzoek (BAER-onderzoek). Om storing op de apparatuur door kauwspieren uit te sluiten krijgt het dier voor het onderzoek een klein roesje. Onder sedatie worden 3 naaldelektroden bij de hond aangebracht: één bij elke oorbasis en één aardelektrode midden op de kop. Tevens wordt een oordopje waar de geluidsstimulus wordt doorgegeven in de uitwendige gehoorgang aangebracht.
In het middenoor zitten de zintuigcellen die het geluid omzetten in elektrische potentialen. Deze elektrische potentialen worden gemeten tijdens de BEAR-test.
Tijdens de BEAR-test wordt de gemiddelde hersenstamactiviteit zichtbaar gemaakt op het beeldscherm. De hond krijgt via een oordopje (eenzijdig) klikgeluiden te horen (1000 geluidsstimuli met een frequentie van 11 kliks per seconde met een sterkte van 70 decibell).
De eerste twee pieken representeren de impulsen die door de cochlea en de gehoorzenuw worden geproduceerd; de volgende, kleinere pieken worden door de hogere centra in de hersenen gevormd.
?
Officiële erkenning
Na de BEAR-test krijgt u van ons een officiële verklaring van de resultaten. Bij rashonden sturen wij het onderzoeksrapport door naar de Raad van Beheer, waarna de W.K. Hirschfeldstichting zorg draagt voor de registratie en certificering. De resultaten van de test worden vastgelegd in een officieel onderzoeksrapport "Cochleaire doofheid".
Afspraak maken
Afspraken voor een doofheidsonderzoek bij uw hond in onze kliniek kunt u telefonisch maken op het nummer 030-6954264.
De hond moet minimaal 6 weken oud zijn en gechipt. Het chippen kan eventueel ook vlak voor het onderzoek op de praktijk plaatsvinden. Neemt u wel de stamboom mee.
U kunt ook een afspraak maken voor een heel nest, mits de dieren gechipt zijn door een nestcontroleur en ouder zijn dan 6 weken. Meldt u dan wel om hoeveel dieren het gaat. Neemt u wel de aanvragen van de stambomen of de chipformulieren mee. De pup moet nuchter zijn i.v.m het roesje.